2012, januari

Vergoeding voor 'stoppen met roken' medicatie zonder deelname aan programma's voor 'stoppen met roken' : stopgezet

(Wettelijk kader: Zorgverzekeringswet)

Sinds 1 januari 2012 valt de medicatie die voorgeschreven wordt bij het ‘stoppen-met-roken-programma’ niet meer onder de farmaceutische zorg. Dat betekent dat de kosten voor ondersteunende geneesmiddelen niet meer worden vergoed zonder de gedragstherapie.

Voor vergoeding komen nog wel in aanmerking:

  • Korte stopadviezen die huisartsen, medisch-specialisten, klinisch-psychologen en verloskundigen geven als onderdeel van hun gebruikelijke zorgcontacten.
  • Intensieve vormen van begeleiding zoals huisartsen, medisch-specialisten, klinisch-psychologen en verloskundigen die plegen te bieden, gericht op gedragsverandering. Het gaat om een serie van tenminste vier contacten van tenminste tien minuten in een periode van één tot enkele maanden. Deze vorm van begeleiding kan individueel of in een groep plaatsvinden. De vermelde beroepsgroepen zijn niet de enige beroepsgroepen die deze zorg mogen aanbieden. Ook andere beroepsgroepen kunnen deze leveren (bijvoorbeeld: thuiszorginstellingen, stop-rook-centra, etc.). Ook zou de begeleiding online geboden kunnen worden. De zorg dient echter wel geboden te worden, zoals deze beroepsgroepen het plegen te bieden.

Beoogd effect: Terugdringen van het aantal mensen dat rookt en daarmee het terugdringen van aandoeningen die aan het roken zijn gerelateerd.

Feitelijk effect: Moet nog worden beoordeeld.

2012, januari

Vrije tarieven voor dienstverlening apotheekhoudenden

(Wettelijk kader: WMG)

Per 1 januari 2012 zijn de tarieven voor farmaceutisch zorg vrijgegeven en worden de tarieven niet langer door NZa landelijk en uniform vastgesteld. Zorgverzekeraars en apotheekhoudenden kunnen hierdoor afspraken maken over de prijs van het geneesmiddel en de prijs/kwaliteit van de bijbehorende zorg- en dienstverlening die de apotheker in rekening brengt. Met het vrijgeven van de prijzen beoogt de overheid de concurrentie op kwaliteit tussen apothekers te stimuleren. Om tot vrije prijzen te kunnen komen en de dienstverlening tussen apothekers te kunnen vergelijken heeft de NZa, in overleg met de zorgverzekeraars en de apothekers een systeem van prestatiebeschrijvingen vastgesteld. Hiermee wil men de zorgverlening door apotheekhoudenden zichtbaar maken en de kwaliteit van de zorg verbeteren, onder meer door concurrentie te realiseren op de combinatie van prijs en kwaliteit.

De volgende prestaties zijn door de NZa vastgesteld:

Beoogd effect: De zorgverlening door de apotheker beter zichtbaar maken, de kwaliteit van de zorgverlening verbeteren door concurrentie op prijs en kwaliteit.

Feitelijk effect: De tarieven van apothekers zijn in 2012, ten opzichte van 2011, met circa 3,5% gedaald. Het aantal overeenkomsten waarin zorgverzekeraars ook andere vormen van dienstverlening contracteren is nog zeer beperkt.

  • Basisprestatie: Terhandstelling van een geneesmiddel Hieronder wordt onder meer verstaan het beoordelen van het recept, het verstrekken of doen bezorgen van een geneesmiddel aan de patiënt, uitvoeren van de medicatiebewaking en zo nodig overleggen met de voorschrijver en het geven van instructie aan de patiënt. Alle relevante gegevens dienen te worden vastgelegd in een digitaal patiëntendossier.
    De volgende twee basisprestaties worden onderscheiden:
    • een standaarduitgifte van het voorgeschreven geneesmiddel of
    • de aanbieding van de voorgeschreven geneesmiddelen in een weekdoseersysteem.
  • Aanvullende prestatie: In aansluiting op de terhandstelling van een geneesmiddel worden nog de volgende aanvullende prestaties onderscheiden:
    • verstrekking vindt voor de eerste keer plaats
    • het geneesmiddelen wordt 's nachts of in het weekend afgeleverd
    • de apotheker moet het middel zelf bereiden (magistrale bereiding)
    • de apotheker verleent zijn zorg bij de patiënt thuis
  • Andere vormen van dienstverlening:
    • farmaceutische begeleiding bij ziekenhuisopname en/of polikliniekbezoek
    • farmaceutische begeleiding in verband met ontslag uit het ziekenhuis
    • medicatiebeoordeling bij chronisch medicijngebruik
    • instructie aan patiënt over gebruik van aan een geneesmiddel gerelateerd hulpmiddel
    • voorlichting farmaceutisch zelfmanagement voor patiëntengroep (*)
    • advies farmaceutische zelfzorg (*)
    • advies gebruik geneesmiddelen tijdens reis (*)
    • advies ziekterisico bij reizen (*)
  • (*) Prestaties worden niet via basisverzekering vergoed.

2012, januari

Vrije prijzen geneesmiddelen

(Wettelijk kader: Zorgverzekeringswet)

Per 1 januari 2012 zijn de tarieven voor farmaceutisch zorg vrijgegeven en worden de prijzen van geneesmiddelen niet langer door NZa landelijk en uniform vastgesteld. Zorgverzekeraars en apotheekhoudenden kunnen hierdoor afspraken maken over de prijs van het geneesmiddel en de prijs/kwaliteit van de bijbehorende zorg- en dienstverlening die de apotheker in rekening brengt. Met het vrijgeven van de prijzen beoogt de overheid de zorgverzekeraars meer ruimte te geven om met apothekers afspraken te maken over de hoogte van de vergoeding voor de inkoop van geneesmiddelen door de apotheker, rekening houdend met het feit dat bij de inkoop van geneesmiddelen door de apotheker wordt onderhandeld over de prijs die hij daarvoor moet betalen. De verwachting is dat zorgverzekeraars op deze manier, in combinatie met het door hen gevoerde preferentiebeleid, samen met apothekers kunnen zorgen voor een beheersing van de prijsontwikkeling van geneesmiddelen.

Beoogd effect: Via prijsonderhandelingen verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening en druk op de prijzen van geneesmiddelen.

Feitelijk effect: De prijzen van (vooral generieke) geneesmiddelen zijn in 2012 verder gedaald, onder invloed van patentverloop in combinatie met het door zorgverzekeraars gevoerde preferentiebeleid. Voor meer informatie, zie publicatie: GIPeilingen 2013

2012, januari

Overheveling van TNF-alfaremmers naar medisch specialistische hulp

(Wettelijk kader: Zorgverzekeringswet)

Per 1 januari 2012 worden de TNF-alfaremmers adalimumab, infliximab, eternacept, certolizumab en golimumab alleen nog vergoed als onderdeel van de verstrekking medisch specialistische zorg. Het ziekenhuis kan de kosten van deze middelen afzonderlijk declareren bij de zorgverzekeraar.

Beoogd effect: Het gaat hier om relatief dure geneesmiddelen, waarvan de kosten jaarlijks meer dan gemiddeld stegen. Verwacht wordt dat ziekenhuizen in staat zijn met de fabrikanten en leveranciers van deze middelen te onderhandelen over lagere inkoopprijzen, waardoor de kostenstijging veel gematigder zal gaan uitpakken.

Feitelijk effect: De uitgaven voor intramurale geneesmiddelen stegen van circa € 471 miljoen in 2011 naar circa € 1.058 miljoen in 2012. Het aandeel van de TNF-alfaremmers hierin bedroeg circa € 450 miljoen, wat overeenkomt met de kosten van voor de overheveling.

2012, januari

Beperking vergoeding maagzuurremmers

(Wettelijk kader: Zorgverzekeringswet)

Per 1 januari 2012 krijgen alleen mensen met een chronische maagaandoening deze medicijnen nog uit de basisverzekering vergoed. Voor alle patiënten geldt bovendien dat ze bij nieuw gebruik het eerste recept zelf moeten betalen.

Beoogd effect: Beperking van de uitgaven ten laste van de Zorgverzekeringswet voor maagzuurremmers door de kosten voor kortdurend gebruik door de verzekerde zelf te laten betalen.

Feitelijk effect: De uitgaven voor maagzuurremmers daalden in 2012 met circa € 60 miljoen; hiervan is € 36 miljoen veroorzaakt door lagere prijzen van deze middelen, zodat een netto besparingseffect resteert van circa € 25 miljoen. Het leeuwendeel van de mensen die een maagzuurremmer voor kortdurend gebruik kregen voorgeschreven betalen de kosten nu zelf. Voor patiënten die een zogenoemde NSAID gebruiken (ook bij kortdurend gebruik) is het wel belangrijk dat ook een maagzuurremmer wordt gebruikt.