De totale uitgaven voor de intramurale dure geneesmiddelen zijn in 2019 met 6% gestegen naar 2,37 miljard euro. Deze uitgaven zijn inclusief de uitgaven aan stollingsfactoren (103 miljoen). De stijging is lager dan verwacht op basis van de informatie over voorgaande jaren. Deze lagere stijging wordt veroorzaakt door de kostenontwikkeling van de groep van biologicals, met name de kosten van de middelen die in 2012 zijn overgeheveld, zoals: infliximab, adalimumab en etanercept. Ten opzicht van 2018 is het aantal gebruikers van deze middelen toegenomen, terwijl de kosten zijn gedaald. De oorzaak hiervoor moeten we zoeken in de komst van biosimilars, die goedkoper zijn. Globaal bedraagt de daling € 190 miljoen. Het verklaart ook waarom de aanpassing van de BTW naar 9% “onzichtbaar” lijkt.

De totale vergoeding is inclusief een verrekening van:

- Betalingen door VWS aan zorgverzekeraars op grond van kortingsafspraken met fabrikanten/leveranciers (verrekening achteraf op grond van gerealiseerde volumes).

- Betalingen door zorgverleners (ziekenhuizen) aan zorgverzekeraars op grond van gemaakte plafondafspraken voor dure geneesmiddelen intramuraal (verrekening achteraf op basis van gerealiseerde volumes).

- Raming van nog te verwachten declaraties.

De waardes in 2018 en 2019 zijn nog voorlopig van aard.